de weg naar Siem Reap (Angkor Wat) zou vanaf de grens heel slecht zijn. dat willen sommige mensen ook want dan koopt tinus toerist wel een duur vliegticket. uit principe gaan we dus met de bus. het is twaalf uur bussen en de kwaliteit van de weg valt wel mee. we hebben ergere onverharde wegen meegemaakt. aaf en evi entertainen de gehele bus en wij kunnen lekker lezen. op deze manier vliegt de tijd voor iedereen. wanneer het donker wordt, zien we ineens allemaal tl-lampen in de pikzwarte nacht, heel science fiction. het is geen straatverlichting en het zijn geen vissers, maar tl-lampen boven een plastic scherm, waar 's nachts sprinkhanen mee worden gevangen. gefrituurde sprinkhaan is hier een snack. iedereen vindt het lekker en vangt ze, dus je ziet honderden van die lichten en dat is een spectaculair gezicht.
we trekken in bij een hostel waar een groot deel van de inkomsten terugvloeit naar de lokale gemeenschap. dat is hard nodig want het land is echt arm. iedere dollar die iemand weer wat toekomstperspectief biedt is meegenomen. je ziet ook veel projecten van internationale organisaties hier (scholen, ziekenhuizen, waterpompen etc.). voordat we weggaan doneren we drie schoolpaketten met uniform en in de supermarkt haalt aaf 20 tandenborstels en tandpasta. dat kunnen ze dan ook mooi uitdelen op school.
we huren een tuktuk en gaan drie dagen naar Angkor Wat. drie dagen?? ja, het gebied Angkor is echt heel groot, 50 km x 50 km, en een opgraving is tussen de 4 en 8 km in het vierkant. zo zien we als eerste de grote glimlachende hoofden van de Bayone. Evi is verliefd op de olifanten die je van de parkeerplaats naar de tempel kunnen brengen. van niet al te dichtbij en veilig op de arm bekijkt ze de oren, de snuit, de tong en de staart aandachtig. later zien we de torens van Angkor Wat en de machtige boomwortels van Ta Prohm. hier lijkt het wel jungle book! aangezien het iedere dag 33 graden is en heeel vochtig, heb je het wel gezien na 6 uur klimmen en zweten bij een opgraving. dus in de middag rusten we in de luie stoelen in het hostel met een muziekje en een boekje.
na onze culturele overkill gaan we nog een dag een zijdefabriekje bekijken en een drijvend dorp dat aan de oevers van het 100 km lange meer, Tonle Sap, ligt. hier zien we de echte armoede. ook in Cambodja is visser zijn geen pretje. vooral niet als je alleen maar in het droge seizoen mag vissen. ze leven met een gezin in een drijvend huis (op vaten) van 4 bij 4 meter inclusief de varkens en de kippen. zo zien we toch nog een beetje meer van het land terwijl we dachten dat we als een amerikaanse toerist even een 'must see' gingen bekijken.
na een week Siem Reap gaan we weer terug naar Bangkok. we hebben de helft van onze spullen daar achtergelaten omdat we gelezen hadden dat de wegen nogal slecht zijn in Cambodja. en over die hobbelige wegen door naar Laos trekt de zwangere Cir niet meer. daarom gaan we morgen met de nachttrein naar de grensovergang bij Pakse, richting de duizend eilanden met zoetwaterdolfijnen!