in lovina-kalibukbuk verblijven we in een hotel met kleine huisjes in een mooie groene tuin. we zijn de enigen op twee nederlanders en een duits/russisch stel met jongetje van drie na. wij genieten van de stilte, maar we begrijpen verder niet goed waarom men het hier zo geweldig vindt. op de dolfijnen die bij zonsopgang langs ons bootje springen na dan. het strand is zwart en niet aanlokkelijk. de plaatselijke bevolking hangt de hele dag voor hun toko en berekent driedubbele prijzen aan die ene toerist die nog wel hier heen komt.
om aan dit lijzige sfeertje te ontsnappen gaan we met brommertjes op pad. we vragen het duitste stel met jongetje van drie mee, want het arme kind verveelt zich stierlijk met al maanden alleen zijn ouders omzich heen. dus tip voor wie gaat reizen met kinderen: neem er minimaal twee mee.
via de bemo (minibus) gaan we naar gilimanuk, alwaar we met de ferry overgaan naar java. met pompende, keiharde turks aandoende muziek op de roestende boot ben ik blij dat het maar een half uurtje duurt. aan de overkant nemen we de trein. bij de poort zegt een mijnheer in uniform dat de trein niet meer gaat en hup zijn vriendje met de bemo staat natuurlijk al klaar. ik heb mijn buik vol van dit soort grappen en reageer niet meer. op het station koop ik kaartjes voor de trein naar Jember bij drie giechelende meiden met hoofddoek die hun engels willen oefenen.
Jember is een stad half zo groot als Rotterdam met drie universiteiten. toch zijn ze niet aan westerlingen gewend. via studenten die we in de trein ontmoet hebben, zien we de campus en eten we bij de lekkerste warungs. toch moeten we wat strikter worden met hygiene, want aaf en evi hebben regelmatig diaree. in een van de vele supermarktjes vind ik brood, knakworstjes van rundvlees (halal) en een pot pindakaas. even geen soto, sate kambing of nasi udang voor hen.
peter is met een aantal van de studenten op pad geweest om informatie te krijgen over de twee nationale parken in het zuiden van oost java. het schijnt er heel mooi te zijn met veel wilde dieren. we besluiten uiteindelijk om er niet heen te gaan: de weg er naar toe is heel ontoegankelijk en het is wel heel afgelegen daar. ik voel me prima maar een uur in een jeep of op de brommer is wel genoeg.
een paar dagen Jember is wel weer mooi geweest. om de drie, vier uur schalt er een ongelooflijk hondengejank (zo uit lady en de vagebond) vanuit de minaretten door de straten. geen ontkomen aan en om gek van te worden, zeker om drie uur 's nachts. we gaan met de ochtendtrein naar Probollingo van waaruit we via een 'scenic route' door de bergen bij de voet van de Bromo uitkomen. in Indonesie is dat dan wel een dag reizen, die 170 km, en we zitten met een theetje even bij te komen in de koelte van de bergen.
om vier uur 's ochtends pikt de jeep ons op en rijdt naar de hoogste berg in de buurt van de Bromo. zo zien we bij volle maan de zonsopkomst en daartussen een groepje rokende vulkanen: heel mooi. wij drieen dan, aafje heeft het veel te koud en hangt alleen maar onder mijn jas. peter beklimt een uurtje later nog de kraterrand en ruikt de zwavel. wij warmen ons aan hete thee en de eerste zonnestralen.
03 May 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
hi, ben ook een rund..post een berichtje bij jullie vorige log..maar goed dan heb je nog wat te lezen bij de vorige ronde..
gr. Ellen
Post a Comment